Cookie beleid LV Roodenburg

De website van LV Roodenburg is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Binnen de site worden er op dit moment geen analytische cookies gebruikt.

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Aktueel 5 2021

Aktueel 5 2021

7 februari 2021 16:45


De wekelijkse blog met nieuws over en van Roodenburg.
informatie nodig? Mail dan naar administratie@lvroodenburg.
telefoon clubhuis: 5216900.

                                                                                   OP DE CLUB

Deze week verblijf ik twee keer op de club. Woensdag doen we een rondje Merenwijk en wandelen even het clubgebouw in.
Laat ik verklappen dat onze biljartclub snode plannen heeft. Ik denk dat ze nadenken over uitbreiding. Voorts wordt er nog elke week gekookt op sterrenniveau. Op het parkeerterrein zijn er waarschuwingsborden geplaatst. Een aantal mensen gebruikt dit terrein als gratis parkeerplek in de wijk, maar dat gaat aan de borden te zien, veranderen.
Zaterdagmorgen ben ik alleen op de club en maak een rondje om het veld. Alleen het geluid van de bonte specht is hoorbaar. Geen kindergeluid, want slecht weer wordt er verwacht. ’s Middags wordt CODE ROOD afgekondigd voor het hele land. Ik zou zeggen: iedereen binnen blijven.
Overdag valt mij de staat van het hoofdveld op. Op sommige stukken lijkt het wel of er 400 deelnemers van een poldercross over het veld zijn gerend. Of hier nog officiële KNVB wedstrijden op gespeeld kunnen worden, zal afhangen of de KNVB/ clubs de competitie nog willen uitspelen. Worden het regio toernooien, dan is er werk aan de winkel.

Regelmatig wordt aan Nederlandse toptrainers gevraagd wat ze denken van het voetballen door de jongste jeugd. Bert van Marwijk is daar heel duidelijk in, geef ze vooral vrijheid en zorg voor geen dwang. Vrij voetballen is de beste manier om talent te ontwikkelen.
Vrij voetbal stuit velen tegen de borst. Ze klooien maar wat aan, hoor ik u al zeggen. Vroeger deden spelers niets anders. Straatvoetbal of soms in een plantsoen. Wij speelden altijd op het Burgemeester Brugplein in Leiderdorp. Een mooi plantsoen, waar vele partijen werden afgewerkt.
Geen inmenging van buiten, behalve wanneer er een politieagent verscheen. In die tijd hadden ze nog tijd om de bal te willen arresteren  en diende er gevlucht te worden in de poorten langs ons veld. Het was de tijd dat er sporadisch een auto door de straat kwam.

Het vrije voetbal kan niet meer op straat gespeeld worden. Er is gebrek aan speelruimte en de auto heeft plaats  van de voetballende jeugd overgenomen.
Het zal dus op de club moeten gebeuren. Maar zo vrij als er vroeger gespeeld kon worden, zo geregeld is het nu. De coach is nadrukkelijk aanwezig en spelers krijgen over het algemeen niet zoveel speelruimte. Coaches zijn bang, dat het een zootje wordt, als men de teugels laat vieren. Onzekerheid troef.

Vorige week heb ik een brochure gemaakt, hoe je kinderen toch vrij kan laten voetballen en waarbij het de kinderen zijn, die de beslissingen op het veld nemen. Je kan allerlei spelsituaties spelenderwijs op deze manier oefenen. De trainer zorgt voor de omstandigheden en legt het spel uit, daarna gaan de kinderen aan de slag.

Het is de nieuwe visie van de Duitse voetbalbond bij het opleiden van hun pupillentrainers en hun talenten.
Hoe ze te werk gaan, probeer ik hier onder uit te leggen.

 

                                                           WIE NEMEN DE BESLISSINGEN?

Voetbal is een zeer moeilijk spel. Het spelen van de bal met de voet, met het hoofd is veel moeilijker, dan dat je de bal met de handen mag aanraken. Kinderen worden daardoor uitgedaagd en dit is dan ook een reden, dat kinderen vaak voetballen veel leuker vinden dan andere sporten. Voetbal is een teamsport. Je doet het met meerderen en de mens is nu eenmaal een kuddedier, die graag optrekt met anderen.
Dat kan zijn op het voetbalveld, waar iedereen achter de bal aan holt om de bal in het netje te deponeren. Dat geeft een kick bij de spelers en de eigen fans. Het negatieve fenomeen mochten we recent ook aanschouwen. Met zijn allen rellen en de politie uitdagen!

Samenspelen in het voetbal is nog niet zo gemakkelijk als dat het lijkt. Je komt met zijn allen niet zonder slag of stoten bij het doel van de tegenpartij. Zij zullen hun doel verdedigen en de balbezitters dienen een plan te hebben om door de linies heen te breken.
Je kunt spreken over twee legers, die tegenover elkaar staan met het speelveld als strijdveld. Die legers beschikken over een strijdplan. Een plan , om de zich verwerende tegenstanders te overrompelen.
Bij voetbal is het niet anders. Oud -trainer van het Nederlands elftal Rinus Michels sprak destijds dat voetbal oorlog was. Om oorlog te kunnen voeren , lees spelen, moeten de generaals en de soldaten precies weten, welke taak ze SAMEN dienen uit te voeren.
De nadruk ligt op samen, want als de één van de ander niet weet, wat hij gaat doen, handelt als een kip zonder kop, dan gaat het over het algemeen niet lukken om het de tegenstander lastig te maken. Een overwinning hangt in dat geval af van toevalligheden.
Wil men wel slagen, dan dienen de deelnemers aan het spel zelfstandig beslissingen te nemen. Alleen als een speler voor de juiste beslissing kiest, dan loopt een opbouw of een aanval door.

Het nemen van beslissingen begint al vanaf E pupillen, als de eerste stappen naar het teamspel aan de orde komen.
De vraag, die zich nu voor doet is : Hoe dwing je spelers om een keuze te maken?
Met het dwingen bedoel ik hier niet een trainer, die vanaf de zijlijn roept, wat er gebeuren moet. In dat geval neemt de speler niet zelfstandig de beslissing, maar voert uit wat er vanaf de zijlijn naar hem geroepen wordt. Bij het dwingen beperk je het zelfstandig keuzes maken en leren ze niet de gehele spelsituaties zelf te overzien.

Aan de hand van dit voorbeeld één van de dertien spelsituaties uit deze brochure.

Twee doelen staan diagonaal tegenover elkaar. Het veld is 25 m lang en 12 m breed. In ieder doel een keeper ( geel).  4 verdedigers ( rood) aanwijzen en 8 aanvallers blauw. Ze vormen tweetallen. Een paar start vanaf de achterlijn, de verdediger start vanaf de middellijn.
De bedoeling. De twee aanvallers proberen te scoren in het doel aan de overkant.
Welk tweetal blauw weet in 5 minuten de meeste doelpunten te scoren?

LET OP:
Ik heb hier alleen het spel uitgelegd en aan de hand van de speluitleg gaan de kinderen spelen. De trainer geeft geen enkele aanwijzing, maar moedigt de kinderen uitsluitend aan. Hij controleert alleen of de kinderen zich houden aan het spelverloop. We noemen dit het impliciete leren. De kinderen moeten zelf de oplossing vinden. De trainer heeft alleen de omstandigheden en de speluitleg geregeld.

Bij de 2 tegen 1 situatie moet de balbezitter beslissingen nemen.
Wat kan hij doen?
1. Hij kan de bal overspelen naar zijn medespeler, die dan kan door dribbelen met bal .
2. Hij kan net doen alsof hij gaat spelen, maar gaat alleen.

Na een speelronde komen de groepen bij elkaar en wordt het aantal gescoorde doelpunten gevraagd. Aan het tweetal, dat het meeste gescoord heeft, wordt de vraag gesteld, hoe het komt dat zij zo vaak gescoord hebben.
De kinderen mogen het voordoen en de andere  kinderen kijken. Op die manier betrek je kinderen en laat je ze zelf nadenken over hun handelen. De trainer is daarbij vooral de stimulator.

Daarna is het tijd voor de tweede ronde, met nieuwe keepers en nieuwe verdedigers.
Weer moedigt de trainer de kinderen langs de zijlijn aan.

Waarom dan zo weinig aanwijzingen van de trainer?
Dat alles heeft te maken met de creativiteit en speelvaardigheid ontwikkeling van de kinderen. Trainers, pedagogen hebben nogal gauw de neiging om te roepen, “zo doe je het beter “,  “je moet het zo doen, zie je het resultaat?”.
Het is het dingetje van meesters, die voor de groep staan. Maar even niet ingrijpen stoot hen vaak tegen de borst.

Natuurlijk hebben kinderen aanwijzingen nodig, maar geef ze mondjesmaat en laat kinderen vooral spelen en lekker scoren.

Gaat het spel goed, dan kan je het beïnvloeden.

  1. De balbezitter begint met de bal vanaf links / vanaf rechts.
  2. Er wordt met buitenspel gespeeld.

Het gaat er dus om dat kinderen zelfstandig samen spelsituaties oplossen en daarmee ervaring opdoen. Die ervaring dient daarna in de echte wedstrijd gebruikt te worden. Hoe meer situaties je de kinderen voorschotelt, hoe meer keuzes kinderen moeten maken, des te beter wordt hun speelvaardigheid.

De keuzes worden dus gemaakt voor de kinderen zelf en niet door de trainers.
De trainer moet een stapje terug durven doen en fungeert als enthousiaste stimulator.

==========================================================================================================

OEFENEN / AFWISSELEN MET EEN SPELVORM. ( geschikt voor onder 11 – onder 13 jaar)
In het oefenen van 2 tegen 1 hebben de spelers deze situatie getraind. Bij het partijspel laten we de organisatie staan en spelen 5 tegen 5 met keepers op twee doelen, die diagonaal staan.

EEN LES ZIET ER ALS VOLGT UIT.   Warming up 10 minuten. Oefenen 15 minuten, spelvorm 15 minuten, oefenen 15 minuten, spelvorm 15 minuten. Totale lestijd  70 minuten.

==========================================================================================================

Tot zover een uitgewerkt  stukje van onze nieuwe brochure met als thema : beslissingen training.
Duitse talenten worden door middel van regiocoaches op deze wijze geleerd,  hoe ze moeten voetballen. Het doel is dat er creatievere spelers worden opgeleid, die iets doen, waar niemand van te voren op anticipeert.
De voetbalwereld schreeuwt om dergelijke spelers.

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!