COR PENNENBURG OVERLEDEN
Deze week vernamen we dat ons oud eerste elftal speler Cor Pennenburg is overleden. Cor kwam als 18 jarige over van Oranje Groen en veroverde een basisplaats in het eerste elftal. Het was het laatste jaar van Roodenburg op sportpark de Leidsche Hout. Cor moest het vooraf van zijn fysiek. Hij was een verdediger van de gestampte pot. Snel en stevig duellerend.
Veel aanvallers in die tijd zagen het duelleren met Cor niet zitten. Ze ging liever een straatje om.
Cor speelde bij Roodenburg toen Pim vd Meent er trainer was. Voor Cor was voetbal toch vooral oefenen met de bal, maar Pim van der Meent was de mening toegedaan dat spelers conditioneel sterk moesten zijn. Rondje lopen, lopen door het Leidse Hout. Menig kilometer werd er afgelegd.
Cor is een aantal jaren voor Roodenburg 1 uitgekomen. Tot het moment, dat de trainer hem meedeelde, dat zijn naam niet voorkwam in de opstelling. Cor had een mindere periode en er waren goede jeugdspelers in aankomst.
Hij was zo teleurgesteld, dat hij contact zocht met UVS en na een aantal weken was hij speelgerechtigd voor UVS, waar hij zijn carrière afsloot.
Naderhand kreeg Cor spijt, dat hij zo impulsief had gehandeld, maar zowel bij Oranje Groen, Roodenburg en UVS heeft hij met plezier gevoetbald.
Het deed hem heel veel , toen zijn broer Ton ( lid van verdienste bij Roodenburg) plotseling stierf.
Met Cor verliest Leiden weer een markante Leidse voetballer.
SPELREGELVRAGEN 2021-1
Iedere week een verhaal, terwijl er geen voetbal is. Onderwerpen raken dan wel eens op en in een eerdere actueel heb ik aangegeven, dat men dan niet moet gaan stil zitten. Dan is het tijd om te studeren. Dat geldt voor trainers, spelers en scheidsrechters.
In een tijdschrift voor arbiters vond ik een aantal actuele vragen.
Hoe zou u de volgende situaties oplossen? De antwoorden treft u na de vragen aan.
- Bij het nemen van een strafschop verlaat de keeper vroegtijdig de doellijn. Hij hoort met minstens 1 been op de doellijn te blijven staan. Op het moment dat er geschoten wordt, staat hij ongeveer 2 meter voor de lijn. De schutter schiet de bal op doel en de bal verdwijnt via de buitenkant van de paal naast het doel.
Wat moet de scheidsrechter in dit geval besluiten?
- De keeper beweegt bij het nemen van een strafschop meerdere keren naar voren en springt op en neer. Door zijn gedrag irriteert hij de strafschopnemer. Die is zo uit zijn concentratie gehaald door de keeper, waardoor hij de bal pardoes naast schiet.
Wat beslist de scheidsrechter?
- De keeper van de thuisclub speelt een doelschop naar zijn verdediger, die circa 8 meter naast hem midden voor het doel staat. Die verdediger let niet op , rekent helemaal niet op de bal van de keeper. Een spits, die buiten het strafschopgebied staat, ziet dit en sprint naar de bal. Hij hoeft de bal alleen nog maar in het doel te trappen. De keeper ziet de spits aankomen, hij sprint zijn doelschop na en knalt de bal met zijn 2de balcontact over de zijlijn. Hij is de spits ‘even voor’
Mag de keeper dit en wat gaat de scheidsrechter doen?
- De keeper plukt een hoge voorzet vanaf de zijlijn. Daarna wacht hij tot dat al zijn medespelers positie gekozen hebben. Omdat geen van die spelers zich goed vrij loopt, de keeper ziet geen afspeelmogelijkheden, rolt hij de bal voor zich uit om daarna de bal met een ferme knal naar zijn aanvallers te spelen. Van de zijkant nadert een spits, de keeper heeft hem in eerste instantie niet in de gaten.
De spits wil de bal van de keeper pikken en dan in het lege doel trappen. Op het laatste moment ziet de keeper de lepe spits, in paniek pakt hij de bal van de grond op. Mag de keeper een bal oprapen, nadat hij de bal voor zich uit heeft gerold?
Welke beslissing neemt de man in het zwart?
- Een verdediger gaat hij het nemen van een vrije trap op korter dan 9.15 meter van de vrije trap nemer staan. Vervolgens houdt hij een bal, die vanuit het midden op doel wordt geschoten, via hands op 20 meter voor het doel tegen.
Wat beslist de arbiter van dienst?
De antwoorden
-
- De strafschop moet worden overgenomen. Hij ontvangt ook een waarschuwing. In beide gevallen 1 en 2 beweegt de keeper te vroeg van de doellijn. Alleen in 2 beïnvloedt de keeper de schutter. In dit geval moet de penalty worden overgenomen. Zou de bal in het doel zijn gegaan, dan telt het doelpunt.
Als een keeper het voor de eerste keer doet, dan wordt hij niet gewaarschuwd, dus geen gele kaart!
- De aanvallende partij mag een indirecte vrije trap nemen ( bal in tweeën) als het spel hervat wordt. De keeper krijgt een rode kaart, hij moet van het veld af , omdat hij een vrije doelkans verhinderd heeft.
- De indirecte vrije trap wegens het tweemaal spelen van de bal. Er volgt geen persoonlijke straf. Het verschil met situatie 3 is dat hier tweemaal ongeoorloofd de bal wordt gespeeld. In situatie 4 is dit “tijdens de wedstrijd “ en is situatie 3 is dit bij “een voortzetting van het spel “. De spelregels zeggen, dat na het tweemaal spelen van de bal na een spelvoortzetting, dat er dan een persoonlijke straf dient te volgen.
- Een directe vrije trap, die dus direct op doel geschoten mag worden. Verder krijgt de speler een gele kaart. Er worden weliswaar 2 overtredingen gemaakt ( te vroeg toelopen en daarna hands maken). Dit gebeurt zowat tegelijkertijd. De zwaarste straf geldt in dit geval en dat is het nemen van een vrije trap op de plaats waar hands is gemaakt.
STUDEREN EN MOGELIJK UITVOEREN
Een lockdown dien je te gebruiken om je verder te verdiepen in je vak of hobby, waar je mee bezig bent. De club beschikt over brochures en deze week hebben de trainers van de onderbouw de 6de bijscholing ontvangen. Er is een bijscholing voor trainers onder 9 jaar en een van trainers onder 11 jaar. Het thema is : het duel 1 tegen 1 aanvallend.
Daarbij komt het aan om het leren gebruiken van schijnbewegingen.
Als je trainer bent van F en E pupillen dan moet je uitsluitend aanvallend denken. Voor het maken van een schijnbeweging heb je durf en initiatief nodig. Verdedigen komt pas bij de D. Hoe meer initiatief, des te beter. Ik durf zelfs de stelling aan, dat spelers die vrij hebben mogen aanvallen, in het maatschappelijk leven meer weten te bereiken. Ze zijn vindingrijker, durven meer.
Begin je het verdedigen, dan richt je jezelf toch op een ander. Aan de hand van de ander past men zich aan.
Belangrijk is wel, dat jeugdtrainers spelers de gelegenheid geven om dingen te proberen en er voor zorgen, dat alle spelers in zijn team als aanvaller mogen fungeren. Het bij F en E al spelen met vaste verdedigers zorgt er voor, dat spelers geen initiatief meer durven te nemen. Het resultaat is dan vaak voor een trainer “heilig”.
Kijk je naar het betaald voetbal, dan zie je ook heel vaak dat aanvallers, die net niet goed genoeg zijn in de spits, worden omgevormd tot verdediger. Wim Rijsbergen, Bert Jansen, Marco van Alphen, Jeffrey van As begonnen allen als aanvaller en werden later omgeschoold tot middenvelder / verdediger.
Deze week is er een nieuwe bijscholing afgemaakt. Het is voor trainers onder 11 jaar. Het thema: het onder druk aanleren van basistechnieken volgens de spelen – oefenen – spelen methode.
Tevens is er begonnen aan een nieuwe bijscholing voor trainer onder 13 jaar. Hierin wordt gedetailleerd ingegaan op het leren verdedigen van de jeugd 11-13 jaar van Schalke 04.
