Cookie beleid LV Roodenburg

De website van LV Roodenburg is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Binnen de site worden er op dit moment geen analytische cookies gebruikt.

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Aktueel 45 2020

Aktueel 45 2020

15 november 2020 16:00


De wekelijkse blog met nieuws over en van Roodenburg.
informatie nodig? Mail dan naar administratie@lvroodenburg.
telefoon clubhuis: 5216900.

Weer is er iemand van de Roodenburg Wall of Fame overleden. Bert Jansen, oud speler van Roodenburg overleed deze week op 69 jarige leeftijd.
Bert begon zijn voetballoopbaan bij VNA en LDWS en verkaste als C junior naar Roodenburg.
Hier doorliep hij de jeugdopleiding en kwam op 17 jarige leeftijd in het eerste elftal terecht.
Hij was toen nog buitenspeler. In die tijd was Roodenburg een walhallah voor scouts, want samen met Wim Rijsbergen klopten er talentvolle jonkies aan de deur van het eerste elftal.
Beide spelers verlieten Roodenburg. Bert werd in 1969 contractspeler bij Sparta. Spelers begonnen destijds in het tweede elftal om ervaring op te doen. Met het tweede elftal van Sparta werd hij kampioen van Nederland en hij kwam uit voor het Nederlands militair elftal.
Bert speelde bijna onafgebroken 10 jaar als rechtervleugelverdediger voor Sparta en heeft slechts 6 Spartanen voor zich, die meer wedstrijden voor de Kasteelclub gespeeld hebben.
Voor het Wereldkampioenschap voetballen van 1978 zat Bert in de voorselectie van het Nederlands elftal, uiteindelijk kwam het niet tot een definitieve selectie. Zijn Roodenburg clubgenoot Wim Rijsbergen werd wel geselecteerd door bondscoach Ernst Happel en ging naar Argentinië.
Wim Rijsbergen stelde het op TV West zo: stel je eens voor, 2 Roodenburg spelers in één elftal naar de Wereldkampioenschap voetbal, jammer dat dit toch niet heeft plaatsgevonden.

Tijdens de laatste jaren als voetballer van Sparta ging hij  als trainer aan de slag bij Roodenburg. Hij trainde het 3de elftal, maar voordat hij daar aan begon gaf Bert koptraining aan talentvolle A junioren. Met drie kopgalgen leerden de leergierige spelers het timen van een door de lucht gespeelde bal. Wekenlang werd er tweemaal per week geoefend van het getimed koppen en toen dat liep, kwam het gewichtsvest er bij. Dit zorgde weer voor een verbetering van de sprongkracht.  De kennis, die Bert binnen bracht, werd nog jarenlang gebruikt om spelers beter te leren koppen.

Bert zou de C jeugd gaan doen bij Roodenburg, maar het bestuur ging niet mee met het voorstel om nog een betaalde jeugdtrainer aan te trekken. De A, B en C jeugd zouden dan onder hoede staan van ervaren jeugdtrainers. UVS was er als de kippen bij, Bert ging voetballen en trainen in de Kikkerpolder.

Bert was semiprof en werkte als drukker bij het Leidsch Dagblad. Na zijn carrière als betaald voetballer begon hij een drukkerij. Drukkerij Janssen was al in Leiden gevestigd en het werd dus Drukkerij Sparta. Dennis Nelville, een vermaarde trainer van Sparta verrichte de officiële opening.
Zijn verwevenheid met de voetbalwereld zorgde er voor, dat veel clubs de drukkerij aan de Herenstraat en later Rooseveltstraat, wisten te vinden. Clubbladen, toernooiboekjes, nieuwjaarskaarten, presentatiegidsen,  men ging naar Bert en die wist samen met zijn crew er altijd iets moois van te maken.

Een paar jaar geleden is de drukkerij gestopt, opvolging was er niet. Bij Bert werd de ziekte van Alzheimer geconstateerd. Een paar maanden geleden wandelden wij aan de buitenkant van de Stevenshof en kwamen hem daar tegen. Hé verrek, ben jij het, woon je hier? Wij hebben toen nog tien minuten met hem staan praten. Ook Yvonne kwam nog even naar buiten.
Recent vernamen wij dat Bert was opgenomen. Deze week overleed hij in Zuidwijck.

Met het overlijden van Bert is één van de beste Leidse voetballers heen gegaan.

Wij wensen Yvonne, de kinderen en kleinkinderen veel sterkte toe met het verwerken van dit verlies.
Bert, rust zacht.

Het bestuur van Roodenburg



                                                HET BELANG VAN SPELERS, DIE TWEE BENIG ZIJN.

In deze actueel wordt uitgelegd, hoe belangrijk het is dat spelers met beide benen met de bal kunnen omgaan. Het is bedoeld voor trainers en voor ouders, die interesse tonen in de ontwikkeling van hun zoon of dochter.

“Schiet die bal eens met links “ of “Je moet je andere voet gebruiken “ zijn zinnen, die veel voetballers al eens gehoord hebben. Zo’n aanwijzing is in de kern niet verkeerd, maar in de praktijk blijkt het echter een oppervlakkige “trainerszin “te zijn.
De mens is een “gewoontedier” en worstelt met dingen . die hij niet gewoon is om te doen.
Als het maar even kan, dan schiet, passt of dribbelt een speler met zijn sterke been. De bal even voor het goede been leggen en uithalen zorgt er voor, dat de kans veel groter is dat er gescoord gaat worden.
Elke stap vanuit wat men gewoonlijk doet, brengt een speler een heel eind verder. Schieten, passen of dribbelen met je zwakke voet vergt in het begin veel MOED, maar als je deze hindernis weet te overwinnen, dan levert je dit veel voordelen op.

Momenteel zie ik veel wedstrijden uit de Keukenkampioen divisie. Wat mij opvalt is het aantal spelers, dat dribbelend met hun zwakke voet in de buurt van de zijlijn komt. Je ziet ze zelden met die voet langs hun man gaan. Meestal kappen ze hun bal terug of men laat de bal over de zijlijn lopen. Ik constateer een gebrek aan techniek, terwijl we hier toch te maken hebben met profvoetballers?

                                              SPELERS MOETEN ONVOORSPELBAAR WORDEN

Tegenwoordig zijn er spelers nodig, die flexibel kunnen handelen. Een keeper moet bijvoorbeeld kunnen meevoetballen en net zo goed kunnen trappen met links en met rechts.  Ze moeten kunnen spelen in meerdere spelsystemen en op meerdere posities.  De ene keer zijn ze aanvaller, 5 seconden later is verdedigen, wat van ze verlangd wordt.
Spelers, die in deze situaties net zo goed zijn met rechts en met links zijn in het voordeel.
Een buitenspeler, die  net zo goed kan dribbelen met beide voeten, is onvoorspelbaar voor zijn tegenstander. Hij kan in de 1 tegen 1 zowel links als rechts langs zijn tegenstander komen. Een middenvelder, die moeiteloos met links en rechts kan passen, is sneller in staat om spitsen voor hem te bereiken of het spel te verplaatsen.
Het trainen met beide benen moet je in situaties aanleren. Gebruik het gebied langs de zijlijn voor de 1 tegen 1 of laat de middenvelder vanuit de centrale positie de passes versturen of het spel verdelen.
Duidelijk is, dat zulke spelers in ons team, het verschil maken.

                                                            BIJZONDERE SCHUTTERS

Bij het schieten op doel scheidt het kaf zich vaak van het koren. Bij het schieten wordt er techniek, coördinatie en kracht van de schutter gevraagd. Topspitsen als Cristiano Ronaldo of Robert Lewandoski laten regelmatig zien hoe dit werkt.
Op doel schieten door deze spitsen lijkt een eenvoudige handeling, maar hier is een jarenlange training aan vooraf gegaan.
Elke speler prefereert zijn goede kant, zelfs deze toppers. Waar op andere gebieden aangeboren talent een beslissende factor is ( de sprongkracht van C Ronaldo bijvoorbeeld), gaat het bij het schieten om het steeds maar vlijtig er op trainen.
Wil je dus spelers verbeteren, dan moet je iedere training constant spelers met beide voeten laten werken.
Heel vaak zie je dat spelers 90% van de tijd mogen schieten met hun sterke been, terwijl 10% tijd wordt ingeruimd voor het zwakke been. Al vanaf JO onder 9 moet 40% van de trainingstijd het zwakke been getraind worden.

                                                            AL HET BEGIN IS MOEILIJK

Het is nooit te laat om te beginnen. Maar als je met mini F begint dan heb je wel een straatlengte voorsprong. Mini F denken namelijk nog niet na bij de keuze van het been.
Spelers, trainers, die nu beginnen en het willen oppakken, worden geconfronteerd met een start van “vallen en opstaan”.
De eerste pogingen zullen “er niet uitzien “. Maar als je als trainer met gerichte aanwijzingen komt, en het gaat lukken, dan zorgt dit voor extra motivatie bij de speler. Voor veel trainers geldt, dat spelers het moeten leren in de teamtraining.
Spelers krijgen de kans om het uit te proberen.  Trainers kunnen daarbij de spelers provoceren. Een doelpunt gescoord met het zwakke been , een doelpunt na een passeeractie met het zwakke been telt dubbel of drie dubbel.
Net als andere zaken in het leven, moet je het trainen met het zwakke been, training na training laten terugkomen. Een speler wordt niet beter met twee weken training. Je bent er jaren mee bezig.
Wil je de leersnelheid vergroten, dan eindig ik met een volgende tip. Cristano Ronaldo heeft veel te danken aan eigen training. Hij bleef na iedere training achter en ging dan door met het afronden met het zwakke been.

Voor trainers/ ouders en vriendjes heb ik een drietal oefeningen gemaakt, leeftijd mini F, F en E pupillen.

De organisatie: Maak gebruik van jeugddoelen of pylonen doelen. De doelen zijn 5 meter breed. Op 7 meter afstand een schietlijn maken van hoedjes en 5 meter daar achter een hoedjesdoel als startpunt. In ieder doel staat een keeper en de groepjes bestaan uit maximaal 3-4 spelers.

WAAROM SCHIETEN VANAF ZO KORTE AFSTAND?
Bij het schieten gaat het om het veel kunnen scoren. Een gelukte actie geeft het spelertje zelfvertrouwen. De korte afstand is ook gekozen omdat de speler om de beurt moet trappen met rechts en met links en dan moet de afstand niet te groot zijn.

WAAROM KLEINE GROEPJES VOOR IEDER DOEL?
Beginnende trainers maken nogal eens de fout om het hele elftal te laten schieten op één doel met als gevolg dat spelers om de 2 minuten maar een keer aan de beurt komen. Leren doe je door te herhalen. Hoe meer beurten, des te meer ervaring kunnen de kinderen opdoen. Het hoedjesdoel op 5 meter van de schietlijn is startpunt en als de andere kinderen daar achter blijven, dan kan de schutter ongehinderd op doel schieten.

Oef 1. Gele spelers. De speler legt zijn bal op de schietlijn en trapt een stilliggende bal op het doel met de keeper.
Om de beurt schieten met rechts en dan met links.
Hoeveel doelpunten maakt de speler na 6 x schieten?
Je kan dit spel op meerdere doelen tegelijkertijd laten uitvoeren en herhalen.
De vraag is dan: Wie is de beste schutter?

Oef 2.  Blauwe spelers. De spelers leggen hun bal nu aan de buitenzijde van het hoedje neer en schieten de bal vanuit een scherpe hoek op doel. Aan de rechterkant met rechts schieten, vervolgens aan de linkerkant met links trappen.
Spelverloop als hiervoor.

Oef 3.  Rode spelers. De moeilijkheidsgraad wordt verhoogd. I.p.v. een stilliggende bal moet er hier een rollende bal op doel worden geschoten. De spelers dribbelen 5 meter vanuit het hoedjesdoel tot de schietlijn en trappen een rollende bal op doel.
spelverloop als hiervoor.
PS: Na iedere wedstrijd komen er wel andere keepers in het doel.

Oef 4.  Blauwe spelers. Als oefening 2 en 3.  De spelers dribbelen de bal nu naar de buitenkant van het hoedje en schieten de bal vanuit een scherpe hoek afwisselend met rechts en met links op doel.
spelverloop als hiervoor.

Oef 5.  Een teamwedstrijd organiseren. Alle voorgaande oefeningen passen in het plaatje om er een teamwedstrijd van te maken. Dat doe je als de kinderen de nodige ervaring hebben opgedaan met het schieten met beide voeten.
Van ieder team gaat er een speler in het doel van een andere partij staan. Een rode keeper bij blauw, een blauwe keeper bij geel en een gele keeper bij rood.
De spelers schieten om de beurt met rechts en met links op doel.
Welk team heeft na 8 schoten de meeste doelpunten gemaakt?
Welke keeper heeft de meeste schoten gehouden?
Na iedere speelronde verdedigen andere spelers het doel van de tegenpartij.

Het steeds wisselen van keeper heeft tot doel, dat alle kinderen spelervaring opdoen als keeper.

Tot zover een indruk, hoe je spelenderwijs het schieten met sterke en zwakke been training na training kunt aanleren.

Bij mini F en F geef je weinig technische aanwijzingen, doe het voor, want via zien leert een kind snel.

PS:   in november/ december komt het DFB pupillen tijdschrift met een themanummer over het aanleren van de techniek met beide benen. Dit wordt dan weer verwerkt in een nieuwe bijscholing.

 

                                                KLUSSENPLOEG GETRACTEERD OP EEN BIERTJE

 

Het afgelopen jaar hebben clubhelden, vrijwilligers, geblesseerden en anderen even in de spotlights gestaan in de rubriek ‘Ruhrgolder van de Week’.  Aandacht die allemaal even verdiend was. Helaas is de voorraad Ruhrgold op en houdt de rubriek op te bestaan. Wat zou het mooi zijn als er een andere sponsor het stokje overneemt. U kunt dit rustig als een hint beschouwen.

Op maandag- en donderdagochtend verzamelt een aantal vrijwilligers zich in de kantine van Roodenburg. ,,Klussen doen”, meldt Martin van Kooperen, die als eerste woordvoerder optreedt. ,,En die zijn er altijd genoeg. Deze maand gaat het vooral om verfwerk, herstelwerkzaamheden en zelfs laminaat leggen.”

Net als bij vele andere clubs heeft men last van vandalisme. ,,Nou moet jij me maar eens uitleggen wat voor zin het heeft steentjes los te wrikken uit een mozaïektegel of met spuitbussen verf tekeer te gaan”, vraagt een van hen.  Hier schiet ook de fantasie van de verslaggever tekort. Hem schiet geen enkele reden te binnen waarom iemand spullen van zijn eigen club zou vernielen. ,,Pas op he”, waarschuwt een van de vrijwilligers die al meer dan vijftig jaar lid is van de club. ,,Bij Roodenburg wordt echt niet meer gerotzooid dan bij andere verenigingen; het lijkt er meer op dat normen en waarden verloren gaan. Zonde, maar wij zijn blij dat we hier met dat groepje veel kunnen herstellen. We kunnen nu natuurlijk in alle rust werken. Elk nadeel hep z’n voordeel zullen we maar zeggen. ”

Van Kooperen, die jaren in het eerste gespeeld heeft, is blij dat hij met zijn mannen een steentje kan bijdragen: ,,Net als de anderen hier heb ik een blauw -zwart hart. Bovendien is het nog eens gezellig ook. Lekker ouwehoeren (excuus voor het woord) over de club en voetbal, balletje gehakt en na afloop een potje biljarten. En wil je vooral vermelden dat het zelfgemaakte ballen zijn? Ik mag zijn naam niet noemen, maar zijn ballen zijn fantastisch.”

Nou wil het toeval dat de heren, behalve van een Hollandse bal gehakt, ook wel een biertje lusten dus de doos Ruhrgold heeft een goede bestemming gevonden. Deze groep staat eigenlijk symbool voor de vele, vele vrijwilligers in den lande die onmisbaar zijn voor een vereniging. Roodenburg kan ook trots zijn op deze mannen.

                                                            DE AGENDA VAN DEZE WEEK

Maandag 2 november                          19.30 uur  bestuursvergadering

Dinsdag 3 november                            Laatste dag om uw bestelling door te geven voor de slaatjesactie

Zaterdag 7 november                           ophalen bestelde slaatjes.

                                                            ‘s morgens jeugdvoetbal

Zondag 8 november                             Voetbalschool.

 

 

 

 

 

 



 

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!