REGIOCUP JEUGD

De komende vier zaterdagen wordt er door de jongste jeugd gespeeld. Niemand had er meer op gerekend dat de bal zou rollen tegen teams van andere verenigingen, maar zaterdag mocht het weer. Leiders en coaches met de teams op het veld, ouders buiten de lijnen, kijkende vanaf het terras.
Er vielen heel wat doelpunten voor Roodenburg bij de thuiswedstrijden. Ik zag, dat vooral de kinderen toe waren aan het ontmoeten van leeftijdsgenootjes.
Het clubgebouw was weer open, maar ook hier gelden er strikte regels.
Het verenigingsleven opstarten zal een hele klus worden, want het ziet er duidelijk anders uit dan voor de Coronacrisis.

                                                           CLUBNIEUWS

Abdou Harroui kon deze week 2 interlands aan zijn totaal toevoegen. Hij kwam in actie tegen Jong Frankrijk en Jong Duitsland. Hij bracht zijn totaal aantal interlands op 13 voor Jong Oranje. Of Abdou volgend jaar nog uitkomt voor Sparta, blijkt de komende weken. Zijn naam wordt genoemd bij verschillende clubs. Er zijn onderhandelingen aan de gang en is er iets definitief, dat zal dit snel in de pers verschijnen.
Zaterdagmiddag ben ik even op de club. Het clubgebouw is weer open en een groot aantal personen komt langs. Leden, supporters, die elkaar vaak maanden niet gesproken hebben.
Het weer open zijn, wordt als prettig ervaren. Men heeft elkaar veel te vertellen.
Ik zie ook leden van de biljartclub binnen komen. Vanaf 5 juni mogen leden weer biljarten, mits dit tegen leden is van hun eigen club. ( de Pelikaan).
Op donderdagavond keert de clubavond terug. Wel dient u rekening te houden met de sluitingstijd van 22.00 uur. Iedereen op tijd naar huis.

                                               DE VOETBALDROOM EN DE HULPLIJN?

Afgelopen zondagavond werden de 2 laatste afleveringen van de voetbaldroom op NPO 3 uitgezonden en na elke aflevering kwam er een melding , hoe je hulp moest zoeken om geen zelfdoding te plegen. ( 0800-0113).

Ik weet niet hoe u hierop reageert, maar bij mij gingen alle alarmbellen aan. De documentaire geeft een bijzonder inkijkje , hoe de amateurclub en profclub omgaan met jeugd, die graag profvoetballer willen worden.

De opstap van een loopbaan als profvoetballer is de amateurclub en in onze omgeving steekt Alphense Boys daar met kop en schouders boven uit. Zij hebben het stokje overgenomen van clubs als UVS, Roodenburg, Quick Boys en FC Lisse. Deze verenigingen speelden vroeger op landelijk niveau. Jeugdspelers van andere clubs kozen voor deze clubs, omdat het een  uitdaging was om tegen Feijenoord A1, AJAX A2, Sparta A1, ADO A1 te mogen uitkomen. De betaalde clubs kwamen naar de stad. Het was voor de functionarissen van die betaalde clubs een goede gelegenheid om te kijken welke spelers van de amateurs uitblonken.

Bij Alphense Boys ontstond de pretentie om eveneens op niveau te gaan spelen. Het begon onschuldig met het benaderen van spelers uit de Veenstreek. De A1 steeg qua ranglijst, maar met alleen een A1 op niveau kom je er niet. Het werkterrein van hun scouts werd vergroot naar Woerden, naar Gouda, naar Leiderdorp, naar Zoeterwoude.
Iedere zaterdagmorgen werden de velden afgestruind op zoek naar jeugdig talent met als doel om al op jonge leeftijd te kunnen beschikken over talentvolle jeugdteams. Het niveau van de jeugdteams van de Boys ging omhoog en daarmee de aantrekkingskracht.
Dit werd nog versterkt op het moment dat de teams hoger gingen spelen dan de teams van verenigingen, die voordien op niveau speelden.

De Boys  werden een paradijs voor scouts van de BVO’s. Die behoefden immers niet meer zoveel velden af in de omgeving van Holland Midden! Dat was al gedaan. Zij behoeften alleen nog maar de krenten uit de pap te vissen.
Met het binnenhalen en krijgen van zoveel talentvolle jeugd, werd het doel niet meer spelers opleiden voor het eerste elftal van de Boys, maar opleiden voor de BVO. Sparta en later Feijenoord gingen om die reden een lucratief samenwerkingsverband aan.

Ik keek en luisterde naar de manier hoe de jeugdtrainers van de Boys coachen. Daarbij ging men steeds uit van de toekomst als profvoetballer.  Een visie, die ik niet deel.
Bij Roodenburg waren we bezig met de ontwikkeling van ieder individu, zonder dat het daarbij steeds ging over het worden van profvoetballer. Je moest een betere speler en een beter mens worden. Sociale vaardigheid, teamspeler worden, beter worden, dat was het uitgangspunt. Met de training werd daar rekening mee gehouden.
De selectieteams trainden op maandag – woensdag – en vrijdagavond. Hierdoor bleef er voldoende tijd over voor school. Bewust hielden we tussen de trainingsdagen een dag rust.
Een dag om met andere zaken bezig te zijn.
Druk van:  je moet je bij iedere wedstrijd in de kijker spelen voor scouts was er niet. Natuurlijk kwamen er scouts kijken, maar daar werden de spelers niet opmerkzaam op gemaakt. Zij speelden hun wedstrijd en dat zijn de beste momenten voor scouts om te oordelen, hoe onbevangen spelers in de wedstrijd zitten.

In de loop van de jaren zijn spelers op steeds jongere leeftijd gaan voetballen en is er een race ontstaan om spelers op steeds jongere leeftijd te gaan selecteren.
Dat begon vanuit de KNVB.  De beste spelers moeten in jouw vereniging bij elkaar in een team, want dat verhoogd het niveau. De betaalde clubs bleven niet achter.
Het scouten verplaatste zich eveneens naar spelertjes van 6-7 jaar. Talentendagen, scouts op de vroege zaterdagmorgen zijn actief , op zoek naar de beste spelertjes.
Kinderen, die op die leeftijd aanleg tonen. En daarbij geldt: Wie het eerst komt, wie het eerst maalt!

Twee jaar geleden sprak ik Sparta scout Hans Solleveld, die iedere zaterdagmorgen de velden afstruint op jacht naar kinderen van 7 jaar.
Waarom scouten jullie zo vroeg? Als wij het niet doen, dan doet een ander het wel. AJAX, Feijenoord, ADO  vissen immers ook in hetzelfde gebied.
Ik vertelde hem, dat het in Duitsland zo geregeld is, dat spelers tot 12 jaar bij hun eigen amateurclub blijven, bij hun eigen vriendjes en pas na 12 jaar verkassen naar een betaalde club. Als wij zo lang wachten, dan zijn we te laat.

Het zo jong selecteren heeft als consequentie, dat er ook weer veel kinderen afvallen en van nazorg is geen sprake, als ik de documentaire mag geloven.
Een jonge speler, die uitkomt voor een BVO verkrijgt aanzien. Van zijn ouders omdat hij blijkbaar aanleg heeft, van zijn vrienden en klasgenoten omdat hij profvoetballer wordt.
De speler verkeert “in de zevende hemel” . Gouden bergen verschijnen aan de horizon.

Iedere week, iedere dag moet de speler wel presteren. De druk, die bij Sparta op de spelersgroepen wordt gelegd, heeft mij verbaasd. Tijdens het seizoen wordt het stoplichten systeem toegepast. Bij blauw licht ben je er zeker van, dat je het jaar er na mag blijven, er is een licht dat aangeeft dat het over is en een licht dat aangeeft, dat je toekomst nog ongewis is. Eigenlijk ben je binnen je team al aan het door selecteren en kinderen zijn op de hoogte tot welk stoplicht ze behoren. Het maakt mijns inziens een groep/ een speler zeer onrustig.
Je werkt op die manier onzekerheid, afgunst en egoïsme in de hand. Alleen de sterksten blijven boven drijven. Erg vindt men dit niet, want een jaar later wordt er een nieuw blik met spelers open getrokken.

Loopt het seizoen ten einde, dan komt het spannendste moment voor de kinderen. “Bijltjesdag”. Op die dag krijgen tientallen kinderen een telefoontje van het Hoofd Jeugdopleiding, waarbij ze te horen krijgen, dat de club afscheid van hen neemt.
Een drama voor menig kind en ouder. Een kind dat van zijn voetstuk valt. Geen aanzien meer van de naaste omgeving. Een kind dat in een zwart gat valt en er zelf maar moet zien uit te komen. De gedragswetenschapper noemt het een drama en is verbaasd, dat op dergelijke wijze afscheid wordt genomen door een betaalde club.
Het is blijkbaar een voetbalgewoongoed om op dergelijke wijze afscheid te nemen. Zelfs de bondscoach Frank de Boer serveert op deze manier keeper Gillissen af.

Uit de documentaire blijkt voorts dat het hoofd jeugdopleiding van Sparta evenmin genoegdoening verkrijgt over deze gang van zaken, want hij stopt met zijn baan.

Het is een reden om in een documentaire op zoek te gaan naar de verantwoordelijken.

De clubs erkennen, dat de nazorg minimaal is en dus wordt de KNVB opgezocht in de vorm van Eric Gudde en Art Langeler. Directeur KNVB en de ander is verantwoordelijk voor de jeugdopleidingen van de KNVB.
Zij kunnen er niets aan doen en verwachten stappen van de GROTE DRIE. Als AJAX, Feijenoord en PSV hun beleid veranderen, pas dan is er een omslag mogelijk en gaat men pas op latere leeftijd jeugd laten instromen naar een BVO.

Ik zou niet op hen wachten als ik de politiek of NOC NSF was. Na wat is gebeurd bij de gymsport, dient hier snel te worden ingegrepen.
De sportopleiding voor profvoetballers moet mijns inziens onder toezicht komen van de onderwijsinspectie. Het is immers een beroepsopleiding. Wie kok , instrumentmaker , danser(es), wil worden , gaat naar een school, die moet voldoen aan de normen, die door de overheid gesteld worden.
Nu laat je het over aan een BVO en die zijn uit op winstbejag. Een opgeleide speler levert immers geld op en de club kan als men zo’n speler verkoopt, weer even vooruit.

Een andere instantie, die invloed kan uitoefenen op het gevoerde beleid van de betaalde jeugdopleiding is de VRIENDENLOTERIJ.
Zij zijn de trotse ondersteuner van de jeugdopleidingen van menig betaalde club, maar moet je wel zo trots zijn als je na het mislukken van de opleiding een hulplijn nodig hebt?

Ben ik dan klaar met de KNVB? Mijn antwoord is NEEN. Om hoofd jeugdopleiding van een profclub te worden, mag je ruim € 8050 cursusgeld aftikken. Je mag spelers opleiden tot de laatste stap : het eerste elftal. Idealistisch geschreven, maar voor weinigen weggelegd.
Hier voldoet een realistischere zin. Opleider tot mogelijk profvoetballer.
Ik zou deze vraag graag beantwoord willen zien. Hoe is de nazorg van spelers geregeld, die afvallen. Ik lees overal over leerdoelen, maar wordt het niet eens tijd dat de gedragswetenschapster als docent gaat deelnemen aan de cursus?

In Frankrijk hebben alle grote clubs een eigen jeugdopleiding en die worden gesubsidieerd door de staat. Je hebt dan direct toezicht en spelers van 13-16 jaar stromen daar in.

Het is twee voor twaalf bij het Nederlandse profvoetbal en er dient te worden ingegrepen.
Als OVERHEID, NOC/NSF , CLUBS dien je de verantwoording te nemen.
Nederland barst van het talent, maar het moet wel in de juiste handen komen.
We hebben recent gezien, wat de geestelijke gevolgen zijn geweest voor de gymsport.
Met de voetbalsport voegen we daar een tweede component aan toe.

Of doen we niets en gapen we straks uitsluitend naar de gewonnen medailles in Tokyo en nemen we daarbij na afloop een pint in het Heineken house op de behaalde medailles?

                                               OUDE FILMBEELDEN OPGEDOKEN

Deze week kreeg ik een link aangeboden om te kijken naar filmbeelden van de wedstrijd Volendam A1 – Roodenburg A1  eindstand 1-0 in 1992.
De beelden zijn soms iets waziger, maar menigeen is nog te herkennen.
Bob van Bohemen was trainer en het filmpje werd geschoten door Dick Hoogendam.

Dit is de link:

https://youtu.be/hnBn4zDOi90

                                            HOE ZIET HET GEBIED BIJ ROODENBURG IN 2040 UIT?

Tuin van Noord maakt plannen voor 2040: 'Sporten op dak parkeergarage'

Leiden, 4 juni 2021, 11:40 uur door Cor van der Velden  bron Sleutelstad.
De gedachte van Ton van Alphen, voorzitter Pernix , onze buren, die net als wij nadenken over
de wijk en het verenigingsleven, dat daar een belangrijke plaats dient in te nemen.

Verschillende organisaties in de Tuin van Noord gebruiken het ‘ontwikkelperspectief’ voor heel Leiden-Noord om mee te denken over hoe de wijk er in 2040 uit moet zien. Korfbalvereniging Pernix is één van hen en denkt na over de functie in de wijk en hoe de vereniging aan kan aansluiten op de behoeftes uit de buurt. “Er wordt de komende jaren veel bijgebouwd in de wijk. Al die extra mensen moeten ruimte hebben om te genieten van groen en sportfaciliteiten.”

Voor Pernix kwam het ontwikkelperspectief op het goede moment, vertelt voorzitter Tom van Alphen. “We hebben net ons honderdjarig jubileum gevierd. Dat zette ons aan het denken: waar willen we staan over vijftien jaar?” De behoefte van mensen verandert, merkte Van Alphen. “Ouders zijn druk met hun baan en moeten tussendoor hun kinderen naar school brengen en naar de zwemles en naar de sport. Tussendoor moeten ze ook eten. Zo komen ze zelf niet meer aan sporten toe.”

Futuristisch dromen
Door samen te werken hopen de verschillende partijen in de Tuin van Noord deze problemen aan te pakken. “Het zou fijn zijn als kinderen uit school direct naar één van de verenigingen toe kunnen komen voor BSO. We kunnen ze ’s avonds een gezonde maaltijd voorzetten en daarna sport aanbieden. De ouders kunnen dan langskomen voor een bootcamp”, droomt Van Alphen hardop. “De ouderen uit Overrhyn willen misschien ook wel meer bewegen, of ze willen in de tuin werken. Dat kunnen we hier allemaal aanbieden.”

De Tuin van Noord is een belangrijke plek voor de bewoners van Leiden-Noord, zowel om te recreëren in het groen als om te sporten. De komende jaren worden langs de Willem de Zwijgerlaan een aantal grote wooncomplexen gebouwd. “Al die nieuwe mensen willen natuurlijk ook ontspannen en sporten”, waarschuwt Van Alphen. “Momenteel is Sporthal De Zijl de enige overdekte sporthal in de wijk. Als er één bij zou komen in de Tuin van Noord, kan Pernix daar korfballen in de winter en kunnen ook het Stedelijk Gymnasium en voetbalvereniging Roodenburg er gebruik van maken.”

Een nieuwe sporthal kost ruimte, en die is schaars. “Er is heel veel groen in de Tuin van Noord, maar het meeste wordt gebruikt voor het volkstuincomplex. Het openbaar groen is eigenlijk maar een smalle strook.” Daarom heeft Van Alphen futuristische ideeën: “Wij korfballen op kunstgras. Dat kan je prima aanleggen op het dak van een parkeergarage of zelfs van een wooncomplex.” Voor de kosten is hij niet zo bang: “Natuurlijk kost dat heel veel geld. Maar het bespaart ruimte, en ruimte kost in dit gebied ook heel veel geld.”

Loco-burgemeester
Of de gemeente iets gaat doen met de plannen, is voor Van Alphen nog maar de vraag. “Ik krijg de indruk dat ambtenaren soms wat langs elkaar heen werken en het gebied ook niet kennen. Er wordt nu besloten over LEAD, maar de inrichting van de Tuin van Noord staat pas over een paar jaar op de planning. Ik zou graag zien dat dat als geheel wordt beschouwd, omdat de mensen die in LEAD gaan wonen, natuurlijk ook naar het park gaan.”

Toch ziet de korfbalvoorzitter het voorzichtig optimistisch in. “Bij ons honderdjarig jubileum zou de burgemeester een penning komen uitreiken, maar hij was verhinderd. Toen kwam loco-burgemeester Paul Dirkse, die ook sportwethouder is. Dat kwam ons wel goed uit, want toen heb ik hem direct aangesproken over onze ideeën.” En met resultaat, want volgende week spreekt hij namens de organisaties in de Tuin van Noord met wethouders Dirkse en Spijker. “Ze willen in elk geval luisteren. Als we pech hebben, doen ze er niks mee, maar als het meezit willen ze met ons meedenken.”

AGENDA KOMENDE WEEK

Donderdag 10 juni       wandelgroep Roodenburg.  10.00 uur vanaf station de Vink
                                   Landgoederenroute Voorschoten   11 kilometer.
                                   verzamelen bij het station. Vanaf 9.45 uur

Donderdag 10 juni       clubavond van 19.00 uur tot 22.00 uur.
                                   met o.a. biljarten.

Zaterdag 12 juni          Regiocup jongste jeugd.
                                   Voor thuisprogramma zie wedstrijdprogramma website
                                   PS: toeschouwers zijn niet welkom. Alleen ouders van de bezoekende teams mogen als toeschouwer naar de wedstrijdjes kijken.